Interview met Tanja de Jonge

Interview met Tanja de Jonge

Hallo lieve lezers,

Morgen komt mijn recensie van Bodyhack online! Maar vandaag maken we kennis met de schrijfster van Bodyhack, namelijk Tanja de Jonge.

Stel jezelf even voor aan de lezers
Ik ben schrijver van spannende jeugdboeken voor 12-15 jaar, daarnaast bezoek ik scholen, geef ik schrijfworkshops en werk ik als educatie medewerker in de openbare bibliotheek. Ik ben ook moeder van twee dochters van 14 en 18 jaar.

Wat doe je eigenlijk graag in je vrije tijd?
Ik lummel graag in en om mijn huis als ik vrij ben, ik wandel veel en lees graag, verder kijk ik graag naar films. Ik kan best lui zijn op zijn tijd. Ik vind dat dat ook mag in je vrije tijd.

Lees je zelf veel?
Ja, ik lees veel en gevarieerd. Ik lees kinderboeken, volwassen literatuur, Young adult, maar ook informatieve boeken bijvoorbeeld, over leesonderwijs en didactiek, of over maatschappelijke onderwerpen.

Wie zijn jouw favoriete auteurs?
Ik houd erg van boeken van Ira Levin, Lionel Shriver, Benedict Wells, Rasha Peper, Renate Dorrestein, John Irving, Anna Woltz, Tonke Dragt, Roald Dahl, Tommy Wierenga.

Welke genres lees je het liefst?
Verhalende literatuur.

Wat is jouw favoriete boek?
The boys from Brazil van Ira Levin.  Maar als je me deze vraag volgende week stelt, is het heel goed mogelijk dat ik je een compleet ander antwoord geef. Ik heb niet echt een vaststaande favoriet. Ik vind heel veel boeken prachtig.

Hoe zou je Bodyhack het beste kunnen omschrijven?
Als spannende thriller, waarin gespeeld wordt met de gedachte dat de mens maakbaar is en in de toekomst misschien wel onsterfelijk.

Hoe ben je op het idee voor het Bodyhack gekomen?
Mijn boek Cyberboy werd gekozen als kerntitel van Nederland leest in 2017, omdat het zo’n leuk boek was over robotica. Nu gaat Cyberboy natuurlijk over robotica, maar het gaat ook over een jongen die een ernstig ongeluk heeft gehad en van zijn ouders niet dood mag gaan. Zijn ouders doen er alles aan om ervoor te zorgen dat hij blijft leven. Daarom wordt Bjorns lichaam volgestopt met robottechnologie. Maar die technologie was een middel, geen doel. Het doel was dat Bjorn zou blijven leven. De vraag in Cyberboy was: kan Kevin nog bevriend zijn met Bjorn, nu hij omwille van het in-leven-moeten-blijven, van binnen totaal verbouwd is? Is Bjorn nog menselijk genoeg?

Toen Cyberboy positief werd ontvangen, omdat het boek over robotica ging, vond ik dat prachtig. Maar ik vond het ook jammer dat dat andere thema weinig aan bod kwam. Toen kreeg ik de behoefte om Bodyhack te schrijven. In Bodyhack komt opnieuw een moeder voor, wier kind absoluut niet mag sterven. En zij gaat behoorlijk ver in haar pogingen om haar kind voor de sterfelijkheid te behoeden. Ditmaal niet door middel van robottechnologie, zij kiest andere technieken.

Maar welke techniek er ook gebruikt wordt om onze sterfelijkheid te ontlopen; plastische chirurgie; 3D bioprinting; xenotransplantatie; crispr cas techniek; deep brain stimulation; robottechniek etc., mensen werken steeds verder toe naar een bestaan waarbij het lichaam gezien wordt als een soort machine, die je repareert zodra die hapert en die je aanpast aan je wensen. Elk onderdeel dat kapot gaat, wordt vervangen, of het nu een kapotte knie, de lens van je oog, een kapotte hartklep of een nier is. Heb je een lelijke neus, neem je gewoon een nieuwe. Dat lijkt mooi, maar de vraag is of het op den duur niet ten koste gaat van onze menselijkheid. Als je alles kan veranderen, waar ligt de grens dan? Wat vinden we nog goed en wat niet meer? Het is een thema dat me blijft boeien.

Wat was het lastigste aan het schrijven van het Bodyhack?
Eerlijk gezegd vond ik Bodyhack niet lastig om te schrijven. De personages kende ik al en daar kon ik gemakkelijk mee verder. Alle medische technieken die erin voorkomen, bestaan in de werkelijkheid ook al, hoe absurd en bizar ze ook lijken te zijn. Ik had tijdens het schrijven vaak een soort sensatiegevoel, omdat wat er gebeurt steeds de grenzen raakt van wat ikzelf nog goed vind. Steeds dat gevoel van ‘Nee, dit kan echt niet’ en dat het dan in het volgende hoofdstuk nog een stapje verder gaat.

Zijn er personages uit Bodyhack die op jou lijken?
Kevin twijfelt veel, is niet de dapperste van de drie vrienden, maar gaat op zoek omdat hij zich emotioneel betrokken voelt bij Bjorn. Anne is de slimste van het stel, heeft via haar zus goede contacten en heeft de brutaliteit om overal op af te stappen. Joris is de grappenmaker, maar ook degene die het beste informatie kan vinden op het internet, bovendien is hij de nieuwsgierigste van de drie. Als je me vraagt op welke van de drie hoofdpersonages ik het meest lijk, denk ik toch dat het Kevin is. Met hem leef je mee in het verhaal. Dat steeds twijfelen of het wel goed is wat er gebeurt, dat heb ik zelf ook vaak.

Welk karaktereigenschap van een personage uit Bodyhack zou jij graag willen hebben?
Het lef en de doortastendheid van Anne en het opportunisme en de vrolijkheid van Joris.

Wat zou jij hebben gedaan als jouw beste vriend(in) spoorloos was verdwenen?
Dat ligt denk ik aan de omstandigheden. In Kevins geval waren hij en zijn vrienden de enigen met wie Bjorn contact had. Dus als zij hem niet zouden gaan zoeken, dan deed niemand het. Stel dat mijn eigen vriend spoorloos zou verdwijnen, dan zou ik onmiddellijk contact opnemen met alle vrienden en familie om een grootschalige zoekactie te houden. Maar dat kunnen Kevin en zijn vrienden niet doen, omdat Bjorn al een tijdje ‘onder de radar’ leeft. Hij wordt gezocht, dus zij moeten hun zoektocht in het geheim opzetten.

Kunnen we de komende tijd nog meer boeken van jouw hand verwachten?
Dat denk ik wel, ik ben op dit moment al aan een nieuw boek aan het schrijven. En afgelopen week las ik voor uit Bodyhack aan een brugklas vol vmbo’ers en besprak ik het thema van de maakbare mens. In dat gesprek zei iemand iets, waardoor er een zaadje geplant werd voor een volgend verhaal. Dus ik ben voorlopig nog niet uitgeschreven.

Wat zijn jouw schrijfgewoonten?
Naast mijn werk als schrijver heb ik een baan als educatiemedewerker in de openbare bibliotheek in Hoorn. Op maandag, dinsdag en woensdagochtend werk ik daar. Op woensdagmiddag doe ik meestal de klusjes zoals mijn website bijhouden en de administratie. Op donderdag en vrijdag schrijf ik, tenzij ik schrijversbezoeken doe op scholen, dan schuif ik mijn schema op. Op de dagen dat ik schrijf, ga ik om half negen aan mijn bureau zitten en begin. Of ik inspiratie heb of niet. Schrijven is gewoon werken, dus ik maak werkdagen. Net als bij gewoon werk, gaat het de ene dag beter dan de andere. Als het slecht gaat, schrap ik mijn teksten en begin ik opnieuw. Die werkdiscipline helpt me om mezelf op gang te houden.

Zou je ooit met een andere auteur een boek willen schrijven?
Dat lijkt me heel moeilijk. Ik werk erg vanuit mijn eigen fantasie en ideeën. Ik denk dat mijn hoofd snel te vol zou worden als daar de ideeën van iemand anders ook ruimte in opeisen. Misschien vereist zo samen schrijven ook een mindset en een vaardigheid waar ik nog niet aan toe ben.

Wat ik me wel zou kunnen voorstellen is dat ik zou samenwerken met jongeren, waarbij ze mij hun verhalen vertellen om op te schrijven. Dat lijkt me heel boeiend om een keer te doen.


Ik wil Tanja de Jonge bedanken voor het interview! Ook ben ik erg benieuwd naar wie Bodyhack al heeft gelezen en wat jullie ervan vonden? En voor wie Bodyhack nog niet heeft gelezen, zijn jullie van plan om Bodyhack te gaan lezen?

Geef een reactie